Vervolg Orcacamp (B3DOML)
Door: Barbara
Blijf op de hoogte en volg Merel
23 Juli 2011 | Canada, Whistler
Het dorp ziet er heel gezellig uit. Veel terrasjes en er is een mountain bike event aan de gang dus het wemelt er van de fietsers en ander sportief spul.
Maar wij zijn net terug van het eten en aangezien we een soort suite hebben met 2 televisies en een open (gas)haard, is mijn familie onder de pannen. Merel ligt languit in haar uitklapbed, voor de haard, tv te kijken.
Dus ik ga maar even verder met het reisverslag. We lopen wat achter maar dat komt vooral omdat er op het orcacamp en in de Knight Inlet Lodge, geen internetverbinding was. En geen gsm-verbinding. Daar waren we overigens heel snel aan gewend.
Na de eerste, zeer regenachtige nacht in de tent in het (letterlijk) regenwoud, was het ’s ochtends droog. Gelukkig want het had gehoosd en midden in de nacht je tent uit moeten omdat je nou eenmaal moet, in het pikkedonker, in een vreemd bos, van een vlonder af klimmen, neerkomen op een zompige en verraderlijk gladde en met boomwortels bezaaide ondergrond, was geen pretje. En daarna weer drijfnat je klamme slaapzak inkruipen was het ook niet helemaal. Maar ja, wisten wij veel. Wij dachten dat als het niet meer regende, het ook weer op zou drogen. Mis. In zo’n regenwoud blijft alles dus gewoon klam en vochtig, variërend naar kletsnat. Nou hadden we wel wat sneldrogend spul bij ons, maar niet genoeg. De enige oplossing was accepteren dat dingen vochtig waren en één droge set zorgvuldig (Ken gebruikte de term ‘religiously’) in een afgesloten plastic zak bewaren voor noodgevallen. Toen het droog was werd het overigens op het strand en zo wel heel lekker.
Dus het was niet helemaal ellendig!
Na die eerste dag hadden we niet zoveel geluk meer met orka’s. Dat kwam vooral, volgens Ken weer, omdat “the salmon is coming in slow”. In de zomer komt de zalm vanuit de oceaan de Johnstone Strait inzwemmen om dan in augustus de rivieren op de zoeken en stroomopwaarts de eitjes te leggen. Dat is de reden dat de orka’s dan ook vanuit de Pacific de Johnstone Strait inkomen. Om veel zalm te vangen. We hebben wel zalm gezien. Ze zwemmen aan de oppervlakte in grote groepen en hun vinnen komen vaak boven het water uit. Ze zijn dan ook een redelijk makkelijke prooi voor de orka’s. Er zijn 5 soorten zalm, waarvan de Chinook de grootste en ook de favoriet van de orka’s is. Wij mensen eten vooral de Pink Salmon en de Coho. Er was trouwens ook veel haring daar. Die zie je dus echt in een hele dichte school (in een tonnetje) zwemmen en boven het water uitspringen. Ze bewegen zich als een wolk door het water. Erg grappig om dolfijnen te zien jagen op die springende vissen. Niet zo grappig voor de haringen natuurlijk maar ja….
We hebben nog wel orka’s gezien maar meer van een afstand. Alhoewel dat vanaf het strand ook betrekkelijk was. De mooiste ‘orca encounter’ vond ik die in de mist. Er lag een hele wolk over de Johnstone Strait en het was schemerig. Het was ook doodstil en er waren bijna geen boten. Af en toe klonk er een misthoorn van een boot. Toen kwamen er 3 orka’s voorbij. We stonden aan de waterkant en we zagen de zwarte vinnen heel regelmatig bewegen, de wolken uit de blaasgaten komen en hoorden de ademhaling van de dieren. Het was bijna magisch, zó mooi!
Tijdens het kayakken hebben we nog veel zeehonden gezien. Die zijn schuw en nieuwsgierig tegelijk, heel grappig. Heel veel eenden en ganzen natuurlijk, zeemeeuwen en bald eagles. Die zijn ook zo prachtig, statig en krachtig. Op de rotsen zagen we regelmatig minks.
De harbour porpoises doken ook vaak op.
Eén keer kwam er een school van ongeveer 150 Pacific whitesided dolphins voorbij. Ze bleven hangen voor het strand en waren aan het jagen en spelen. Echt indrukwekkend, zoveel van die beesten bij elkaar. Het duurde wel een half uur voordat de laatste voorbij was. Er was aan alle kanten wat te zien, sommige sprongen echt helemaal uit het water.
Op het strand en in het bos was natuurlijk ook veel leven. Gelukkig niet veel spinnen en dat soort dingen. Wel ‘banana slugs’, dat zijn een soort grote naaktslakken. Ze kunnen wel 15 cm lang zijn. En de hummingbirds (kolibri’s) die met veel geluid aan komen fladderen.
Er scheen ook een beer rond te dwalen die zich regelmatig zou laten zien op het strand. Maar helaas niet toen wij er waren. Ik was er ’s nachts wel op bedacht en maakte toch maar wat extra herrie, haha.
Het kayakken was erg leuk om te doen. Het is heel ontspannend om zo dicht op het water te zitten en een beetje lekker rond te peddelen. Het water was ook rustig toen wij er waren, dat scheelt wel. Weinig wind en weinig golfslag. We zijn 2x de hele Strait overgevaren, dat is een uur enkele reis flink doorpeddelen. En uitkijken voor de cruiseschepen die voorbij komen! Tussen de middag bereidden onze gidsen de lunch dan op een strandje en we konden dan wat wandelen of lezen in de zon. Ze hadden altijd allerlei lekkere dingen bij zich. Eén keer hebben ze zelfs tosti’s gemaakt op een gasbrandertje! Je kunt best veel meenemen in zo’n kayak. In een waterdichte zak blijft alles ook zoals het moet zijn.
Onze groep bestond, inclusief de gidsen, uit 8 mensen en 4 kayaks. Het klikte goed en de dagen vlogen dan ook voorbij met kayakken, kletsen, eten en drinken.
Op een middag nam Ken ons mee naar een strandje waar we, ver weg, een waterval hoorden. Hij vroeg of we zeker wisten of we daar naar toe wilden. Ja, natuurlijk, wilden we dat. We moesten eerst door het water waden (ik denk dat het water nog geen 15 graden was). Daarna hebben we een heel eind geklauterd over de rotsen, door de modder, over boomstammen, het was een ware jungletocht. En eindelijk kwamen we bij de waterval, die echt de moeite waard was. Het water stortte naar beneden en er was de prachtigste begroeiing. Jammer dat het water te koud was om in te gaan staan!
Ons kamp lag naast Robson Bight, dat een ‘ecological reserve’ is voor de orka’s. Ze komen daar graag omdat er stranden zijn waar ze hun buiken schuren over de stenen die er liggen. De kust is er vrij stijl en de ‘pebbles’ zijn heel glad. De orka’s zwemmen er als het ware op af, draaien zich op hun zij en zwemmen en er dan langs met hun buik tegen de rotsen. Alleen de groep ‘northern residents’, die daar in de zomer permanent verblijven doen dat. Ze zijn ook de enige groep die dat doet, het is van geen enkele andere orkafamilie bekend. Ze weten ook niet precies waarom ze het doen. In Robson Bight en het regenwoud dat erachter ligt, mag niemand komen. Recht er tegenover ligt de ‘whale observatory’ die dit stuk in de gaten houdt. Dat doen ze vanaf een klif, waar het observatory ligt en vanuit bootjes (Strait Watch). De organisatie die dat doet heet Cetus. Wij zijn daar naartoe geweest. Het was een wandeling/klim van een uur door het regenwoud. Onze gids heette Ernest, hij is een native Indian uit Alert Bay. Hij vertelde van alles over de gebruiken en rituelen van de indianen. Het bos was prachtig daar, met hele oude en dikke bomen. Er zijn geen keurige paden en er vallen regelmatig bomen om zodat het vaak klimmen en klauteren is. Maar erg mooi dus.
En boven op de klif hadden we een adembenemend uitzicht over de baai. Marie, van Cetus, heeft ons van alles uitgelegd over hun werk. Ze verzamelen ook veel data over de orka’s.
Toen wij daar zaten kwam die grote groep dolfijnen daar ook voorbij. Vanuit die hoogte konden we heel mooi hun sporen volgen.
Uiteraard heeft Merel haar licht opgestoken over de mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen voor Cetus. Zodra ze 18 is kan ze een kans wagen dus een bijbaan tot die tijd lijkt me een goede optie! Die mensen wonen daar overigens 2 maanden lang ook in een soort tentenkamp. Eén keer per week gaan ze boodschappen doen en verder zitten ze de hele dag in een soort abri op die klif naar beneden te turen. Of op een bootje te dobberen. Ze lopen ’s ochtends en ’s middags 3 kwartier vanuit hun kamp naar de klif. En de meesten doen dat voor nope. Petje af.
Dan hadden wij het wel luxer. We hebben heerlijk gegeten en hadden vers fruit, verse groente, steeds verse koffie en thee en bij het eten een wijntje. Ken maakte na terugkomst van het kayakken een kampvuur en één avond heeft hij een zalm geroosterd op het vuur. Dat deed hij op een Indianenmanier. Beetje aangepast, dat wel. De zalm maakte hij schoon en wikkelde hij in zijn geheel in een drijfnatte krant. Daarna in alumiumfolie en zó op een rooster in het vuur. De zalm blijft dan stevig maar droogt niet uit. Echt heel lekker. Hij had ook de aardappeltjes en de asperges in aluminiumfolie ge-bbqt. Alles werd uitgestald op een log (boomstam) en het was heerlijk.
Ook de ontbijtjes van Ken waren prima. Roerei, pannenkoeken, vers fruit, het kon niet op.
Overigens berg je daar in de rimboe alles wel heel beervriendelijk op. Alle etenswaren werden in een soort grote diepvrieskasten (bearboxes) gedaan. Die gaan zo dicht, dat beren ze niet kunnen openen. Beren zijn dol op menseneten dus ze moeten niet in verleiding worden gebracht. Ook onze tandpasta en deodorant gingen in een bearbox. Niet zo verstandig om die in je tent te laten liggen dus….
Douchen daar ging niet. Er was wel een douchetent maar dan moest je eerst water opwarmen, in de waterzak doen en dan snel eronder gaan staan. Niemand deed dat. ’s Ochtends in de beek een paar pannetjes water over je hoofd gooien dat was wel het maximaal haalbare. En dat water uit de bergen was koud…..brrrr. Maar goed om wakker te worden.
Het was dus een hele leerzame, gezellige en bijzondere periode. Op dinsdagochtend gingen we met de watertaxi weer terug en eigenlijk wilden we allemaal nog wel blijven.
Het orcacamp in de Johnstone Strait/Robson Bight is zeker voor herhaling vatbaar!!!
-
23 Juli 2011 - 20:37
Oma:
leuk die foto's. zielig merel met een dik oog. ik hoop dat ze alles goed heeft kunnen zien, en geen orka gemist heeft.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley